Philip graaf van Zuylen van Nijevelt was cavalerist en kamerheer van koningin Wilhelmina toen hij op 19 april 1935 de poorten van Landgoed Duinrell voor het publiek opende. Er was niet veel meer dan een theetuin met speeltoestellen eromheen. Op 12 mei 1940 werd hij als verdachte passant aangemerkt en door Nederlandse militairen op zijn eigen landgoed om het leven gebracht.

Na de oorlog werd Duinrell op bescheiden schaal geëxploiteerd en naast dagrecreatie creëerden de Van Zuylens met een klein team van medewerkers ook overnachtingsmogelijkheden. Hugo, de enige zoon van Philip, werkte aan een internationale carrière en hield zich in zijn vrije tijd bezig met de ontwikkeling van Duinrell. Constance gravin van Zuylen van Nijevelt - baronesse van Pallandt bleef op Duinrell wonen en fokte cairnterriërs. Zij koos er echter voor om niet meer het grote landhuis op het terrein te bewonen en nam met haar gezin haar intrek in boerderij Oudt Duinrell aan de rand van het landgoed. Huis Duinrell - in de volksmond ´kasteel´ genoemd - werd gebouwd in 1682 en gesloopt in 1986. De boerderij waar het gezin na de oorlog ging wonen, stamt ook uit de 17e eeuw en is nog steeds het woonhuis van Hugo graaf van Zuylen van Nijevelt en zijn vrouw Clarine gravin van Zuylen van Nijevelt.

De Haagse vastgoedhandelaar Reinder Zwolsman wilde in 1962 Duinrell kopen en toen die besprekingen spaak liepen, besloot de jonge graaf Hugo zijn baan op te zeggen en van Duinrell zijn werk te maken. Het werd uiteindelijk zijn levenswerk dat sinds 2000 voortgezet wordt door zijn beide zonen Philip en Roderick. Het besluit om in 1984 het Tikibad midden op het park te bouwen voor een bedrag hoger dan de jaarlijkse omzet, zorgde voor de definitieve doorbraak van Duinrell in Nederland en daarbuiten.